De Bijbel

De bijbel is het "heilige boek" van christenen en joden. Het woord bijbel stamt van het Griekse woord biblia (betekent 'boeken'), wat een meervoud is van biblion.

De bijbel bevat verschillende verzamelingen boeken:

  • Het oude testament, ook wel de hebreeuwse bijbel of Tenach genoemd. Deze werd geschreven over een periode van vele eeuwen, voor het grootste deel in het Hebreeuws met een paar passages in het Aramees.
  • De deutero-canonieke boeken zijn ontstaan in de periode tussen het oude en het nieuwe testament. De deutero-canonieke boeken zijn niet in iedere bijbel opgenomen, doordat ze niet unaniem zijn geaccepteerd.
  • Het nieuwe testament, geschreven in de eerste eeuw na Christus, in alledaags Grieks (koinè-Grieks). Het nieuwe testament wordt niet gebruikt door joden (met uitzondering van de messiasbelijdende joden), maar speelt voor christenen een belangrijke rol.

In grote lijnen gaat de bijbel over het handelen van God in de wereld, vanaf de schepping van de wereld tot het einde der tijden, de relatie tussen God en de mens, zonde en gerechtigheid, oordeel en genade.
Hoewel de bijbel bestaat uit een grote verzameling losse geschriften van diverse auteurs, is de bijbel als geheel het "Woord van God".

De bijbel bestaat uit een reeks aparte boeken en geschriften van verschillende lengte en stijl, die over een periode van duizenden jaren zijn geschreven door een groot aantal verschillende auteurs. Binnen de bijbelwetenschappen gaat men tegenwoordig uit van een zgn. mondelinge overlevering van vele jaren, waarna uiteindelijk verhalen op schrift werden gesteld. Vreemd genoeg negeert men hierbij de kennis uit andere wetenschappen over het gebruik van schrift, steno en verslaglegging in de oudheid. Er zijn aanwijzigingen dat de bijbeltekst (zowel het oude als het nieuwe testament) is gebaseerd op direct opgetekende verslagen en documenten. Deze documentatietheorie wordt door veel theologen genegeert, maar juist door andere wetenschappers omarmt.

Bijbelvertalingen

Het oude testament is oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws en voor een klein gedeelte in het Aramees, het nieuwe testament in het Grieks. Een van de eerste vertalingen van het oude testament naar het Grieks was de Septuagint vervaardigd in de 3e eeuw voor Christus. Kerkvader Hiëronymus vertaalde rond 400 n. Chr. de bijbel naar het Latijn; deze Vulgaat was tot ver in de Middeleeuwen toonaangevend. In de late Middeleeuwen verschenen diverse vertalingen in het Diets (bijv. de Deux-Aes bijbel), een voorloper van het Nederlands; dit waren echter allemaal vertalingen van vertalingen, en vaak slechts van een enkel deel. De eerste Nederlandstalige bijbel die wel rechtstreeks uit de Hebreeuwse en Griekse grondteksten werd vertaald, verscheen in 1637. Tot deze bijbel was opdracht gegeven door de Staten-Generaal; vandaar de gangbare benaming Statenvertaling. In hedendaagse taal zijn geschreven de NBG-bijbelvertaling (1951), de Willibrordvertaling (1975, herzien in 1995), de Groot Nieuws bijbel (1983, herziene uitgave 1996).
Op 27 oktober 2004 verscheen de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Deze vertaling is een hedendaagse vertaling uit de grondtekst. Enkele weken daarvoor verscheen de Naardense Bijbel. In december 2010 verscheen de Herziene Statenvertaling.




 Inleiding tot de Bijbelboeken

 Nieuw Testament

Romeinen

Filippenzen

Kolossenzen

Thessalonicenzen

1 Timoteus

2 Timoteus

Hebreeen

Jakobus

   Jakobus 2 

Johannesbrieven

HULP BIJ BIJBELLEZEN 

Online Encyclopedie

Atlas van de Bijbel

Interactieve kaart van Israel

De volken van de oude wereld

Rijk van David en Salomo

Zendingsreizen van Paulus

 

Historische Bijbelse Kaarten

Genesis
De volkeren tafel - Gen. 10
De tijd van de Patriarchen - Gen. 12-50
De roeping van Abraham - Gen. 11:27-12:9
Abraham in Kanaän - Gen. 12:10-14:24; Gen. 18-22
De reizen van Jacob - Gen. 28-33; 35
De reizen van Jozef - Gen. 37; 39-46

Exodus

De uittocht - Ex. 13:17-19:3
Kades-Barnea - Num. 14; 16; 20:1; 20:22-29; Deut. 1; 41-46
De verkenning van de 12 verspieders - Num. 13:1-33; Num. 34:1-12
De koninklijke weg - Num. 21:22
De tocht van Kadesh-Barnea naar de vlakten van Moab - Num. 20-21; 33:37-49;  Deut. 1-2; Richt. 11:12-28

Verovering en vestiging  in Kanaän

De inname van het land Kanaän - Joz. 3:10
Jozua's veldtocht in centraal en Zuid-Kanaän - Joz. 1-10
Jozua's veldtocht in Noord-Kanaän - Joz. 11:1-15
Grenzen van het veroverde land en dat nog overwonnen moest worden - Joz. 13:1-7; 15:63; 16:10; 17:11-18; Richt. 1:1-3:6

Verdeling van het land onder de stammen - Joz. 13:8-19:49
De vrijsteden en de Levietensteden - Joz. 20-21
De richters van Israël - Joz. 3:7-11; 3:12-30; 3:31; 4:1-5:31; 6:1-8:27; 10:1-2; 10:3-5; 10:6-12:7; 12:8-10; 12:11-12; 12:13-15; 13:1-16:31
Ehud en de verdrukking van de Moabieten - Richt. 3:12-10

Debora's overwinning op de Kanaänieten - Richt. 4-5
Gideon's veldslagen met de Amalekieten - Richt. 6-8
Jefta en de Ammonieten - Richt. 10:6-12:7

Simson en de Filistijnen - Richt. 13-16
De slag bij Eben-Ha→zer en het verlies van de ark - 1 Sam. 4:1-7:2
De bediening van Samuel en de zalving van Saul - 1 Sam. 7:15-17; 9:15-10:1
Het koninkrijk van Saul en zijn oorlogen - 1 Sam. 11; 13; 14; 14:47-48
David's vlucht voor Saul - 1 Sam. 19:8-27:12

Het koninkrijk van David en Salomo
David wordt koning - 2 Sam. 2-6; 23:8-17; 1 Kron. 11-14
David's overwinningen - 2 Sam. 5:17-22; 8:2; 8:3-12; 8:13-14; 10:1-13; 12:26-31; 1 Kon. 11:14-18; 1 Kron. 18:1-12
Het koninkrijk van David en Salomo - 1 Kon. 4:21-25
Salomo's economische activiteiten - 1 Kon. 5-10; 2 Kron. 1:14-17; 3-8; 9
Salomo's bouwwerken - 1 Kon. 6-7; 9:1-22; 2 Kron. 2-4; 8:1-12
De tempel van Salomo - 1Kon. 6-7; 2 Kon. 11; 2 Kron. 3-4
Jeruzalem ten tijde van David en Salomo - 2 Sam. 5:6-12; 24:18-25; 1 Kron. 11:4-9; 1 Kon. 5-7; 9:15; 2 Kron. 3-4

De koninkrijken van Israël en Juda

De koninkrijken van Israël en Juda - 1 Kon. 12
De veldtocht van Sisak en de verdedigingslinies - 1 Kon. 14:25-28; 2 Kron. 11:5-12; 12:1-12

Conflicten tussen Israël en Aram (Damascus) - 1 Kon. 15:16-22; 20:1-34; 22:1-40; 2 Kon. 8:28-29; 10:32-37; 12:17-18; 13:1-3; Amos 1:3; 2 Kron. 16:1-6; 18:1-34

Het vorstenhuis Omri - 1 Kon. 16:15-31; 20-22; 2 Kon. 3:4-27
Tyrus en Sidon - Ez. 26-28; Joel 3:4-8; Zach. 9:2-4; Matth. 11:21-22; Jes. 23:1-18; Luc. 10:13-14

Elia en Elisa - 1 Kon. 17-21; 2 Kon. 1:1-4; 2:1-25; 4-9; 13:14-21
De opstand van Jehu - 1 Kon. 9:1-10:31
Israël en Juda in de dagen van Jerobeam II en Uzzia - 2 Kon. 14:23-28; 2 Kron. 26; Amos 1:2-5; 1:6-8; 1:9-10; 1:11-12; 1:13-15; 2:1-3
Het Assyrische Rijk onder Tiglatpileser III - 2 Kon. 15:17-20
Tiglatpileser en de strijd van Aram en Isra→l tegen Jeruzalem - 2 Kon. 16:5-16; Jes. 7; 2 Kron. 28:5-21

De veldtochten van Tiglatpileser III en de gebieden die Assyrische provincies werden - 2 Kon. 15:29; 1 Kron. 5:6, 26
De val van Samaria en de Assyrische ballingschap van de tien stammen - 2 Kon. 17:1-6; 17:24-34; 1 Kron. 5:26; Hos. 7:11; 12:1
De Assyrische districten na de val van Samaria - 2 Kon. 17:24-41
Het optreden van de profeten Amos, Hosea, Micha en Jesaja - 2 Kon. 17:24-41

Juda - de twee stammen alleen
De koningschap van Hizkia - 1 Kon. 18:1-8; 20:12-20; 1 Kron. 4:39-42; 2 Kron. 32:1-8; 27-31
Hizkia's Jeruzalem - 1 Kon. 20:12-20; 2 Kron. 27-32
Sanheribs inval en aftocht - 2 Kon. 18:13-19:37; 2 Kron. 32; Jes. 36-39
Het Assyrische Rijk - Nah. 3:8-10; 3:10-13; 2 Kron. 33:10-13
De opkomst van het Babylonische Rijk - 2 Kron. 35:20-27; 2 Kon. 23:29-30
De regering van Josia - 2 Kon. 22-23; 2 Kron. 34-35
Nebukadnezar's veldtochten tegen Juda - 2 Kon. 24:1-25:21; 2 Kron. 36:6-21; Jer. 39; 52; Obadja. 10-14

De Babylonische ballingschap van de twee stammen
Juda gedurende de ballingschap - 2 Kon. 25:22-30; Jer. 39:11-44:30; 52:30
De Joodse ballingen in Babylonia - 2 Kon. 24:10-16; 25:8-12; Jer. 52:28-34; Ez. 3:15; Ezra 2:59; 8:17
Joodse vluchtelingen in Egypte - 2 Kon. 25:25-26; Jer. 41-42; 44:1

De wereldrijken
De wereldrijken - Dan. 2
De overwinningen van Cyrus - Dan. 5:25-30; Jer. 25:11-12
Het Perzische Rijk - Dan. 2; Jes. 45:1-8

De terugkeer van de Joodse ballingen naar Juda - Ezra 1:2-4; 6:1-5; Ezra 1-8; Jer. 25:11-22; 29:10; Jes. 44:28; Neh. 1-3; 2 Kron. 36:22-23
Juda in de tijd van Nehemia - Neh. 4-6; 13:4-9
Het rijk van Alexander de Grote - Dan. 2:39; 8
Het verdeling van het rijk van Alexander de Grote - Dan. 8
Palestina onder Ptolomeus - Dan. 8
Het rijk van Seleucus en Antiochus - Dan. 8:9-12; 8:23-25
De veldtochten van Antiochus IV tegen Egypte - Dan. 11
Het ontstaan van het Romeinse Rijk - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3

De vier Evangeliën
Het Romeinse Rijk ten dage van Keizer Augustus - Dan. 2:40; Luc. 2:1-3
Het koninkrijk van Herodes de Grote - Matth. 2:1; Luc. 1:5
Herodes Antipas - Matth. 14:1, 3; Luc. 3:1, 19; 9:7; 13:31; 23:7; Marc. 6:14
Archelaus - Matth. 2:22
Herodes Filippus - Luc. 3:1

Palestina ten tijde van de Here Jezus

Palestina ten tijde van de Here Jezus 
Christus'geboorte en kindschap - Matth. 1:18-23; 2; Luc. 1:26-56; 2:1-52
Johannes de Doper - Matth. 3:1-4:12; Luc. 3:1-23; 9:7-9; Marc. 1:4-14; 6:14-29; Joh. 1:6-8; 15-37; 3:22-24
Galilea ten tijde van de Here Jezus - Matth. 4:12-25; Marc. 1:14-45; 2:1-17; Luc. 4:14-41; 5; 7:1-17; Joh. 1:35-52; 2:1-12
De dienst van de Here Jezus rondom het meer van Galilea - Matth. 5-7; 9:1-9; Marc. 1:21-34; 2:1-14; 4:35-41; 5:1-20; 6:45-52; Luc. 7:1-10; 9:12-17; Joh.6:1-25

De dienst van de Here Jezus rondom Galilea - Matth. 15:21-28; 16:13-20; 17:1-13; Marc. 7:24-37; 8:27-38; 9:1-13; Luc. 9:28-36; 18:22-35
De reizen van de Here Jezus van Galilea naar Judea - Matth. 19:1; Luc. 9:51-56; 17:11-19; 18:31-19:9; Joh. 4:1-42; 10:40; 11:7
De Here Jezus in Judea en Jeruzalem - Luc. 4:44; 10:25-37; 18:4-19:28; Joh. 1:35-51; 3:22-24; 10:39-40
Jeruzalem ten tijde van het N.T. - Matth. 23:37; Joh. 5:1-18; 9:1-41
Christus' lijden en kruisiging te Jeruzalem - Matth. 26-27; Marc. 14-15 Luc. 22-23; Joh. 18-19

De Handelingen der Apostelen
Het koninkrijk van Herodes Agrippa I - Hand. 12:20-23
Het koninkrijk van Herodes Agrippa II - Hand. 15:1-41; Hand. 24-26
De Pinksterdag en de verstrooiing van Israël - Hand. 2
De dienst van Petrus en Filippus - Hand. 4-11
De bekering van Paulus en zijn eerste optreden - Hand. 9:1-30; 11:19-30; 12:24-25; Gal. 1:11-24

De eerste zendingsreis van Paulus - Hand. 13:4-14:28
De tweede zendingsreis van Paulus - Hand. 15:36-18:32
De derde zendingsreis van Paulus - Hand. 18:23-21:26
De arrestatie van Paulus en gevangenschap - Hand. 21:15-26:32
De reis van Paulus naar Rome - Hand. 27:1-28:31
De veldtochten van Titus in 69-70 na Chr.

De Openbaring
De 7 gemeenten van Openb. 2-3 - Openb. 1-3