Wat Is Het Verschil Tussen Het Oude 

en 

Het Nieuwe Testament?


Het Oude Testament (OT) en het Nieuwe Testament (NT) zijn de twee helften van Gods heilige Woord, de Bijbel. Hoewel het Oude Testament “oud” genoemd wordt, is het zeker niet achterhaald of onbelangrijk. Het betekent dat het OT vertelt over hoe God met Zijn volk omging voordat Jezus kwam. Het Nieuwe Testament beschrijft het leven van Christus en alles wat daarna gebeurde.

Verschil in lengte, stijl en tijdsbestek

Het Oude Testament omvat ongeveer driekwart van de hele Bijbel, en het Nieuwe Testament vormt het laatste kwart. Het Oude Testament behandelt de menselijke geschiedenis vanaf de schepping tot ongeveer 400 v.Chr., een periode van duizenden jaren. Het Nieuwe Testament beschrijft het leven van Jezus Christus en de periode van de vroeg kerk, en beslaat slechts zo’n 100 jaar (zie de tijdlijn).
Ook het scala aan schrijfstijlen is verschillend: het Nieuwe Testament heeft historische boeken over het leven, de dood en de opstanding van jezus Christus (de evangeliën) en over de vroege kerk. Daarnaast bevat het veel brieven, en het eindigt met een profetisch boek over de toekomst (Openbaring). Het Oude Testament heeft een diverser scala aan stijlen, en omvat naast verschillende historische en profetische boeken ook liederen en spreuken.

Verbond met Adam

Het woord “testament” betekent “verbond” of “belofte”. In het Oude Testament maakte God een verbond met Adam. Als hij en zijn vrouw Eva God gehoorzaamden, zouden ze eeuwig leven hebben . Maar Adam en Eva zondigden en verbraken het verbond (Genesis 2-3Hosea 6:7), en brachten daardoor zonde en dood in de wereld. Maar God maakte een nieuw verbond. Hij beloofde dat Hij een Redder zou sturen om de mensen te redden van zonde en dood. De eerste keer dat Hij deze toekomstige Redder noemt, is in Genesis 3:15, waar Hij verwijst naar Jezus Christus: “En ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.

Andere verbonden

Maar voordat Jezus kwam, maakte God nog een aantal verbonden met Zijn Volk. Zo bereidde Hij hen voor op de komst van Christus.
God maakte een verbond met Abraham (Genesis 12-15), dat liet zien hoe mensen een relatie met God kunnen opbouwen: door geloof. Genesis 15:6 zegt: “En hij [Abraham] geloofde in de Heere, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid“. Eeuwen daarna gaf God de Tien Geboden en verschillende wetten aan Mozes en de Israëlieten. Door deze wetten konden de Israëlieten leren dat God heilig was, en dat zij een Redder nodig hadden, omdat zij niet heilig waren.
Het Oude Testament beschrijft ook de reactie van mensen op Gods verbond. We zien een terugkerend patroon van ontrouw vna de kant van het volk. Ze werden telkens weer gewaarschuwd, ze kregen te maken met Gods oordelen — maar als ze al terugkeerden naar de Heere, was dat maar voor een tijdje. Het grote plaatje van het Oude Testament maakt duidelijk dat mensen echt de beloofde Zaligmaker nodig hadden om hun relatie met God te herstellen.

Jezus Christus vervulde Gods genadeverbond

De beloftes die God aan Adam (Genesis 3:15) en aan Abraham (Genesis 15:6) had gedaan, werden werkelijkheid met de komst van Jezus Christus. Toen Hij kwam, werd het duidelijk dat mensen alleen gered worden uit genade, door geloof in Christus (Efeze 2:8-10Johannes 14:6Handelingen 4:122 Korinthe 5:21). Het nieuwe verbond (of “testament”) van redding door Gods genade werd vervuld in Jezus Christus, en verving het oude verbond. “En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament opdat, nu de dood [van Jezus Zelf!] heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen” (Hebreeën 9:15).
Het Nieuwe Testament vertelt ons hoe Jezus Christus die nieuwe verbond vervulde, en legt uit wat het inhoudt om te leven onder dit nieuwe verbond, als verloste en vrije mensen die een herstelde relatie met God ontvangen.